top of page
Zoeken

ONS MOOIE LEESVERLEDEN - Ismene Krishnadath

De leesseries ‘Ons eigen leesboek’ en ‘Wij en de wereld’ zijn mijlpalen in de Surinaamse leesgeschiedenis. De series, die langer dan twintig jaar in gebruik zijn geweest, zijn opnieuw uitgegeven door uitgeverij VACO. ‘Wij en de wereld’ in 2012 en ‘Ons eigen leesboek’ in 2014. De verhalen in ‘Ons eigen leesboek’ komen van Anne de Vries, een bekende Fries-Nederlandse schrijver. In 1936 was hij al zo succesvol, met name door zijn boek ‘Bartje’, dat hij zijn baan als onderwijzer op kon geven en zich helemaal aan het schrijven kon wijden. In 1952 vestigde hij zich een jaar in Suriname, omdat hij een leesserie voor het lager onderwijs in de toenmalige Nederlandse kolonie moest ontwikkelen. ‘Ons eigen leesboek’ was bestemd voor de eerste en tweede klas en ‘Wij en de wereld’ voor de hogere klassen.


Het is ongelooflijk hoe de man zich zo snel heeft kunnen inleven in de leefwereld van het Surinaamse kind. Spannende kinderactiviteiten zoals manja’s stelen, bonsbak spelen, visjes vangen en op vakantie gaan in het district komen voor. De dierenwereld is niet beperkt tot hond en poes, maar ook de sapakara, aap, kaaiman, koni-koni en sriba komen we tegen.


De Vries zag in die tijd al hoe belangrijk de integratie van de nakomelingen van immigranten was, dus ook Nanie en Ram en de winkel van de Chinees vinden een plek in de verhalen. Wat op mij vooral indruk heeft gemaakt is de progressieve taalinstelling van De Vries. Waar anno 2018 nog ellenlange discussies over het gebruik van Surinaams-Nederlannds in onderwijsteksten worden gevoerd, hanteert De Vries al in 1953 zonder schroom woorden als baskiet, bara, tjatnie, patta, kreek, baden en bacove en zelfs het Sranan komt voor met ‘banknotoe’en ‘pee joe de’. Dat hij niet de nu geaccepteerde spelling gebruikte, kunnen we hem niet kwalijk nemen, want die spelling was er toen nog niet.


De Surinaamse leefwereld wordt extra zichtbaar gemaakt door de sprekende illustraties van Corrie van der Baan. Als pedagoog bewonder ik ook de heel natuurlijke wijze waarop De Vries een opvoedende draai aan zijn verhalen weet te geven. Bijvoorbeeld helpen kinderen die manja’s stelen van de oude Nanie, haar uiteindelijk met het verkopen van de manja’s.


‘Wij en de wereld’ bestaat uit 10 delen met verhalen en gedichten uit de wereldliteratuur, maar ook van minder bekende schrijvers, van Surinaamse leerkrachten en van De Vries zelf. In de teksten is de opvoedende waarde nadrukkelijker aanwezig dan bij ‘Ons eigen leesboek’, maar dat heeft waarschijnlijk aan een behoefte voldaan. Veel lezers raakten ontroerd door de verhalen over o.a. Albert Schweitzer en Ghandi. En het dorpsmeisje Pieng Pieng dat van God een papegaai kreeg, staat bij veel mensen in het geheugen gegrift. Uit dit verhaal blijkt ook hoe lichtvoetig De Vries zijn religieuze instelling weet te verwerken in een kinderverhaal. Overigens is er in de serie ook ruimte voor andere religies, want in deel 10 is de mythe van Shrie Ramtjander en Sieta opgenomen.


Natuurlijk moeten onderwijsmethoden aangepast worden aan de tijd en is het op zijn plaats steeds met nieuw leesmateriaal te komen. Zo zijn ook de leesseries van Anne de Vries na verloop van tijd vervangen. Maar wie eens lekker nostalgisch wil genieten van Suriname in het midden van de vorige eeuw heeft aan deze leesseries een heerlijke kluif.


Ismene Krishnadath

57 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page